Een getuigenis van hoop in eenzaamheid - Reisverslag Nepal - Frontlinie
MENU
Nieuwsbrief & gebedsmail Bidden Geven

Een getuigenis van hoop in eenzaamheid – Reisverslag Nepal

Geschreven door Hanna

Ik kwam in Nepal met een hart dat nog zwaar was. De weken ervoor waren intens – privéomstandigheden, rouw, hectiek. Moe, leeg, minder voorbereid dan anders. Maar Nepal dwong me om weer verder te kijken. Om, ondanks het volle programma, even op adem te komen bij God. Om even ‘mezelf’ te zijn. En wat was het mooi om te zien wat Hij aan het doen was. Daar, tussen bergen en vlaggen, ervoer ik Gods nabijheid en mocht ik horen én ervaren dat er Hoop is. 

Op één van de eerste ochtenden kwam de zon langzaam over de bergkammen: eerst een dunne rand licht, dan warme stralen die langzaam de nevel optilden. “Ik sla mijn ogen op naar de bergen: vanwaar zal mijn hulp komen?” (Psalm 121:1–2) Het was alsof het landschap het antwoord fluisterde: van de HEER, die hemel en aarde gemaakt heeft. Wat een bemoediging was dat! 

In het busje over de hobbelige zandwegen onderweg naar de eerste kerkdienst zag ik een arend hoog boven de vallei vliegen. Ik zag hem cirkelen, breed en krachtig, op de stijgende thermiek. Zijn vleugels zo wijdverspreid. Ik dacht aan de belofte: “Zij zullen opvaren met vleugels als arenden, zij zullen lopen en niet moe worden, zij zullen wandelen en niet mat worden.” (Jesaja 40:31) En ook: “Ik droeg u op arendvleugels en bracht u tot Mij.” (Exodus 19:4) In die beelden van wijdheid, hoogte en draagkracht voelde ik God dichtbij – zelfs met rouw nog onder mijn ribben. 

In een kerkje, ergens aan een zijstraat in Kathmandu, ontmoetten we een vrouw die haar getuigenis deelde. In haar ogen lag een blik van pijn. Tot ze begon te spreken, toen veranderde er iets in haar blik. Ze vertelde hoe ze Jezus leerde kennen door een audiobijbel. Ze luisterde, hongerig naar waarheid en vond hoop. Maar toen ze haar man vertelde dat ze christen was geworden, stuurde hij haar weg – samen met hun kind. Niet gescheiden, want zo hield hij macht over haar. Ze zei zacht: “Ik voel me vaak zo eenzaam… maar ik weet dat God bij mij is en voor mij zorgt.” Haar woorden bleven hangen. Zelfs in verlatenheid laat God niet los. We mochten voor haar bidden en bemoedigden haar met een kaart die, tijdens één van de avonden van de gebedstour, was geschreven. Die kaart leek speciaal voor haar, de kaart was gericht aan een vrouw en er stond onder andere op dat God ziet hoe eenzaam ze zich voelt. Hoe vaak ze moet lijden, maar dat Hij nabij is.  

Later zaten we op de vloer van een eenvoudige ruimte, samen met kerkplanters. Buiten klonken de geluiden van het eten dat buiten werd voorbereid, binnen werd gebeden en gezongen. Deze mensen hebben alles gegeven om Jezus te volgen. In anderhalf jaar zijn er 225 kerken ontstaan – en een kerk telt pas als er meer dan tien mensen samenkomen. Alle kleinere groepen tellen niet eens mee. 

Ondanks wetten die bekering strafbaar maken en ondanks de druk van cultuur en traditie, breekt Gods Geest door. Zijn Woord vindt wegen – vaak via audiobijbels, omdat zoveel mensen niet kunnen lezen. Ik zag hoe eenvoudig het is: een klein apparaatje, een stem die spreekt over liefde, vergeving, hoop. En levens veranderen. Mensen ontdekken een God zonder kastesysteem, een God die zegt: “Je bent kostbaar.” 

In het Westen vullen kerken zich met mensen die zich ‘christen’ noemen. Maar in Nepal is christen zijn geen etiket. Het is een keuze die alles kan kosten. Kies je voor Jezus? Dan kan het je familie kosten. Je huis. Je veiligheid. Soms zelfs je leven. 

En toch… ze kiezen. Bewust. Met een vurige passie die voelbaar is als je naast hen zit op een koude vloer. Hun ogen stralen hoop, zelfs als hun handen eelt dragen van hard werken en hun hart littekens van verlies. 

Wij kwamen om te bemoedigen, maar zij werden ons voorbeeld. Hun geloof is geen theorie, maar een levensstijl. Ik kwam uit een periode van rouw, maar terwijl ik daar zat op een stoel – in dat eenvoudige kleine gebouw en pal voor mij de mensen zittend op de vloer- proefde ik Leven. Hoop. Vrede. En ik vroeg mezelf af: Leef ik met zoveel passie voor Jezus? Mag het mij alles kosten? 

De dingen die voor mij vanzelfsprekend zijn – een Bijbel op mijn nachtkastje, vrijheid om te bidden, samen te komen zonder angst – benut ik die ten volle? Of neem ik ze voor lief? 

Mijn gebed is dat er in het Westen wat zal veranderen. Dat we niet alleen christenen zijn, maar veel meer nog volgelingen van Jezus. Vol van Zijn passie en uitdelend van dat wat Hij ons geeft. Dat Hij ons kan gebruiken want God is aan het werk. In Nepal. In mij. In ons. Hij maakt af wat Hij begint. Hij geeft nooit op. 

Gerelateerd